Bladblazers bezigheidstherapie
Zaterdagochtend, kwart over acht, buiten regent het. Ik parkeer de auto op het Herenhof in Raalte, stap uit en hoor meteen knetterende motoren. Als ik de hoek om sla, zie ik ze staan: drie oude mannen die met hun bladblazer de kinderhoofdjes rond de Plaskerk teisteren. Wie is de geestelijk vader van deze nutteloze bezigheid?
Zinloos
De natte blaadjes plakken aan de spekgladde kiezels rond de kerk. De oude
mannen manoeuvreren voorzichtig om niet uit te glijden. Andere inwoners lopen
van oudsher om dit kiezeldek heen, dat kennelijk bedoeld is om het kerkzeikers
moeilijk te maken.
Extra lang razen de motortjes om de blaadjes eerst droog te maken, ze daarna
los te weken en op te doen dwarrelen en vervolgens te verplaatsen naar de stoep.
De stad is stil. Boven de winkels opent een slaperige arbeider het gordijn om
te kijken wie hem zo ruw de slaap verstoort. De mannen beneden horen schijnbaar
niets, geconcentreerd doen ze hun werk. Opdracht van hoger hand, doen wat je
moet doen.
Het is een treurig gezicht: gebogen lijven, eenzaam rondjes rond de kerk
lopend, boomblad dat zich verzet, een nutteloze bezigheid uitvoerend. De
blaadjes zijn zich van geen kwaad bewust.
Milieu
Terug in de auto lees ik op de achterkant van de krant een advertentie van
Karwei, de bouwmarkt met smaak. Drie bladblazers in de aanbieding. Waarom
prijzen we deze overbodige en milieu vervuilende apparaten nog steeds aan? Wat
moet je ermee? Wie dien je ermee? Wordt je er blij van, wordt je buur er blij
van, of ben je gewoon lui of een milieubarbaar?